
Kamerplanten hebben voeding nodig om te groeien, maar teveel is schadelijk voor de plant. Geef daarom bij twijfel geen plantenvoeding of in ieder geval minder als op de verpakking staat vermeld.
Wanneer bemesten?
Geef kamerplanten gedurende de groeiperiode voeding. Dit is van maart tot oktober. Als de kamerplant net is aangeschaft of is verpot dan kan je het beste 2 maanden wachten met bemesten, omdat er genoeg voedingstoffen in de verse substraat zitten.
Wanneer niet bemesten?
Kamerplanten moet je absoluut niet in de winter bemesten. Ook niet als er plotseling veel bladval is, de oorzaak is namelijk elders te vinden. Geef een binnenplant geen voeding als deze last heeft van ongedierte. Nadat het ongedierte is verwijderd zal voeding de binnenplant helpen herstellen.
Hoeveel bemesten?

Er zijn verschillende soorten voeding in de vorm van kunstmest verkrijgbaar: vloeibaar, korrels of staafjes. Onze voorkeur gaat uit naar vloeibare voeding, gebruik hiervoor het dopje voor de juiste dosering. Deze staat vermeld op de verpakking van de plantenvoeding. Gebruik hierbij nooit meer dan vermeldt, en dit kan de plant behoorlijk schaden of zelfs doden. In eerste instantie zal dit zichtbaar worden door geel blad, wat vervolgens afsterft.
Kamerplanten zoals bijvoorbeeld de Cycas of Sansevieria groeien langzaam. Deze hebben daarom minder voeding nodig, gebruik bijvoorbeeld de helft of een kwart van de vermeldde dosering. Houdt er rekening mee dat een kamerplant welke verder van het raam staat minder snel groeit. Deze zal daarom ook minder plantenvoeding gebruiken.
Hydrocultuur

Het bemesten van een plant op hydrocultuur is zeer eenvoudig. Geef 2x per jaar 1 dekseltje (van het 250ml potje) vaste hydrocultuur voeding. Deze voeding is een ionenwisselaar waarbij overbemesting niet mogelijk is. Bij planten vanaf 160cm is het raadzaam om 2 dekseltjes per keer te geven.
Wanneer je kiest voor vloeibare voeding voor hydrocultuur, kan je dit bij iedere watergift mengen met het water.
Meer hydrocultuur informatieChemie van kamerplanten voeding
Hieronder behandelen we alle elementen van goede voeding voor kamerplanten, dit doen wij aan de hand van Pokon voeding. Individuele elementen worden uitgelegd en de wijze waarop signalen van jouw kamerplant te herkennen zijn.
Elementen kamerplantenvoeding

Pokon plantenvoeding bestaat uit een drietal basis elementen, namelijk; Fosfor P²O5), Kalium (K²O) en Stikstof (N). Hier ligt tevens de oorsprong van het bekende plantenvoeding merk Pokon.
Per specialistische plantenvoeding (cactusvoeding, Anthurium voeding en Orchidee voeding) zijn deze drie elementen aangevuld met drie andere belangrijke elementen. Dit zijn Calcium (Ca), Magnesium (Mg) en diverse Sporenelementen.
Voeding kopenStikstof in kamerplantenvoeding
Fosfor in kamerplantenvoeding
Kalium in kamerplantenvoeding
Sporenelementen (vitamines) in kamerplantenvoeding
Behalve de hoofdelementen heeft een plant ook behoefte aan vitamines in de vorm van sporenelementen. Alle elementen zijn in heel kleine hoeveelheden nodig, maar zeer belangrijk voor alle processen van de plant. De meest voorkomende sporenelementen zijn opgenomen in onderstaande tabel.
Elementen
- IJzer
- Silicium
- Koper
- Boor
- Mangaan
- Chloor
- Molybdeen
- Aluminium
- Zink
- Natrium
Soort meststoffen
Op het gebied van kamerplantenvoeding en meststoffen zijn er een veel verschillen, maar alle meststoffen zijn te verdelen in drie categorieën namelijk; minerale meststoffen, organische meststoffen en de combinatie organisch/minerale meststoffen. Alle drie de categorieën worden hieronder toegelicht.
Minerale meststoffen
Organische meststoffen
Organisch-minerale meststoffen
Tuinplanten voeding
Welke voeding heb ik nodig voor mijn tuinplant? De juiste voeding voor jouw tuinplant hangt af van welke soort buitenplant je hebt. Elke tuinplant vraagt om voeding. De ene buitenplant iets meer dan de andere buitenplant. De meeste tuinplanten wensen in het voorjaar en in het najaar wat extra voeding. Je kunt de tuinplanten opdelen in:
- Kalkminnende planten
- Zuurminnende planten
- pH-neutrale planten
Kalkminnende planten
Bij kalkminnende planten moet de pH-waarde 7 of hoger zijn. Voorbeelden van kalkminnende tuinpanten zijn de Clematis, de Kerstroos en Lavendel. Geef tuinplanten twee keer jaar kalkminnende voeding.
Zuurminnende planten
Zuurminnende planten, zoals de Rhododendron en de Hortensia vragen om lichtzure tot zure grond met een pH-waarde tussen de 4,5 en 6. De mest voor deze tuinplanten bevat kalk. Wanneer tuinplanten verkleurde bladeren krijgen kan dit te wijten zijn aan slechte of geen voeding. De tuinplant wordt dan ook kwetsbaarder voor ziektes en plagen.
pH-neutrale planten
pH-neutrale planten, zoals groente- en fruit bomen, vragen om voeding die rijk is aan kalium. Dit betreft biologische mest. Biologische mest is mest wat bestaat uit natuurlijke grondstoffen. Deze mest is te verkrijgen in vloeibare vorm maar ook als korrel. Biologische voeding is zowel goed voor het milieu als voor de gezondheid.
Welke voeding jouw tuinplant ook nodig heeft, het is altijd goed om een tuinplant te bemesten. Bemesting zorgt ervoor dat bloemen feller bloeien, de tuinplant een frisse uitstraling krijgt en genoeg energie heeft om te groeien. Daarnaast wordt de tuinplant minder kwetsbaar voor ziektes en plagen.